Op vrijdag werd ik door school gebeld, dat iemand Boris aan zijn arm de glijbaan had proberen op te tillen en dat hij er nu veel pijn aan had, maar dat er wel niets aan de hand zou zijn. Omdat hij behoorlijk zielig leek, toen ik hem ophaalde (Luus kwam aanrennen: Tanya -een heel lief, rustig meisje- heeft het gedaan!!!) en hij zelf graag naar de dokter wilde, gingen we daarom maar even naar de dokter ter controle. Dezelfde dokter die Luus haar kin laatst gelijmd had na een val van de fiets keek nu naar Boris' arm, maar kon niet veel vinden. Op de röntgen foto was ook nauwelijks iets te zien, maar voor de zekerheid ging er wat gips omheen. Boris was heel stoer en dolblij met zijn arm. Tot..... het ging jeuken..., toen zag hij de realiteit van de situatie in en ook dat hij nu niet kon zwemmen. Heel sneu, want het was een enorm warm weekend (35 graden). Het was voor hem een behoorlijke kwelling om iedereen onder zijn ogen lekker in het zwembad te zien spartelen...
De volgende dag deden we aan het eind van de middag een braai voor twee bevriende Zuid Afrikaanse gezinnen (de dader van de arm zat er ook bij en de moeder van de dader schrok zich rot toen ze Boris' arm zag). Zuid Afrikanen braaien te pas en te onpas, overal en altijd met veel VLEES. Ze weten ook dat ze het beste van de hele wereld kunnen braaien. Wij maakten het een visbraai met daarnaast een stukje beeffilet van de German butcher, dus er was niets Afrikaans aan, maar ze vonden het heerlijk en alles ging op. Dat vrienden maken met Zuid Afrikanen is zo makkelijk nog niet, want ze zijn een beetje schichtig en afhoudend, zitten niet zo op nieuwe vrienden te wachten en praten het liefst lekker Afrikaans met elkaar. Maar inmiddels is het me met wat moeite gelukt om behoorlijk wat aardige Afrikanen te leren kennen.